Haalbaarheidsstudie: analyse (deel 2)

Gebouw

Bouwhistoriek

In het bouwhistorisch onderzoek wordt de bouwhistoriek uitgebreid beschreven aangevuld met diverse foto`s en interessant archiefmateriaal. We verwijzen naar het desbetreffende hoofdstuk hiervoor. Hieronder worden enkele passages uit het BHO aangehaald (zie BHO p11-p32).

1. Voorgeschiedenis percelen

Een kadastrale mutatieschets uit 1912 toont een eerste perceelverdeling, pas in 1913 werd de definitieve perceelverdeling getekend. In de zitting van 2 december 1912 keurde de gemeenteraad de aanpassing van de Jan Van Stoppelbergstraat goed. Deze werd 8 meter naar het zuiden verschoven en daardoor moest de Stad de nog bestaande huizen van de Stopenberghestraat onteigenen en afbreken.

2. 1912 — Liberale Huis

De Gentse Liberale Partij richtte op 17 oktober 1912 de n.v. Les Maisons Libérales op en kocht op de vrijgekomen gronden aan de Sint-Michielsbrug in 1912 een stuk grond tussen de Sint-Michielshelling en de Jan Van Stopenberghestraat.

In het stadsarchief werd een bouwaanvraag voor de bouw van een Liberaal Huis teruggevonden dat op 12 juli 1912 werd ingediend. De aanvraag werd ingediend door Paul Lippens.

De VOORGEVEL werd zoals eerder al vermeld ontworpen door Armand Janssens en bestond grotendeels uit drie gehistoriseerde panden aan de Sint-Michielshelling. De arduinen gevel (St.-Michielshelling 4), was geïnspireerd op een verdwenen woning uit 1752 op de Korenmarkt.

In het LINKER PAND werd een café ingericht en werd er een aparte ingang voor de feestzaal boven de vergaderzaal voorzien. Het MIDDELSTE PAND diende als winkel, maar ook hier was er achteraan een toegang tot de toiletten van de feestzaal. Het RECHTER PAND was opnieuw ingericht als café en had ook weer een rechtstreekse doorgang naar de feestzaal.

De ACHTERGEVEL AAN DE JAN VAN STOPENBERGHESTRAAT werd ontworpen door E. De Weerdt en toont de gevel van de feestzaal en de vergaderzaal van de Liberale Partij.

Deze, meer moderne gevel, werd opgebouwd uit twee bouwlagen onder een brede kroonlijst met een hoog zadeldak. De tekening toont geen daklicht. De gevel werd door pilasters in zeven traveeën verdeeld. Boven de sokkel had de eerste bouwlaag vijf vierkante vensters met driedelige ramen met bovenlicht en twee deuropeningen. De vleugeldeur in de eerste travee leidde naar de het gedeelte van de scène. Waarschijnlijk was dit de artiesten en rekwisieten ingang. De andere brede dubbel vleugeldeur in de zesde travee leidde naar de vergaderzalen op de begane grond. De gevelafwerking boven de vensters kreeg een segmentboog detaillering. De tweede bouwlaag was opgebouwd uit grote rondboogvensters. Ook hier kreeg de gevel boven de vensters een rondboogdetaillering.

Verder werd er in dezelfde periode ook een bouwaanvraag voor twee panden (Sint-Michielshelling 3) ingediend door de heer Duyckers. Deze twee panden waren links van het Liberaal Huis gelegen. Ook hier was de architect Armand Janssens die de historiserende gevels ontworpen. Janssens had zich laten inspireren op de visie van Cloquet en ontwierp twee woningen in spiegelbeeld.

De achtergevel was moderner opgevat en werd ontworpen door E. De Weerdt. Hier was er een vleugeldeur naar de koer en een smalle gevel van de aanbouw met drie ramen.

Hoewel deze plannen op 5 augustus 1912 werden goedgekeurd, werden ze niet uitgevoerd. Lippens richtte zich naar de burgemeester en schepenen van de stad Gent, zeggende dat hij de kans had om één pand (het rechtse pand) van de heer Duyckers over te kopen en zo de grond van het Liberaal Huis te vergroten waardoor de plannen ook aangepast moesten worden.

De gevel werd dus uitgebreid met een achtste travee. ... Er werd ook een borstwering op het dak geplaatst ter hoogte van de twee middelste traveeën. Hoogstwaarschijnlijk diende dit om reclame of een opschrift aan te brengen. De hoofdingang van het Liberaal Huis en de feestzaal was aan de Jan Van Stopenberghestraat gelegen en niet aan de Sint-Michielshelling. ... Aangezien de opgelegde druk om de bouwwerken van de nieuwe panden aan de Sint-Michielshelling voor de start van de Wereldtentoonstelling van 1913 klaar moesten zijn, werd hiervoor waarschijnlijk geen nieuwe bouwaanvraag ingediend.

De verdiepingen boven de panden aan de Sint-Michielshelling werden gebruikt als burelen van de Liberale partij. Mogelijk werd de zolder ook verhuurd als woning of aparte kamers of werd deze bewoond door de conciërge.

Op 26 oktober 1913 werd het complex in gebruik genomen. In de feestzaal werden tussen 1921 en 1924 filmvoorstellingen gehouden. De cinema wordt ingericht in de feestzaal en waren 460 plaatsen. Tussen 1920-1924 waren de uitbaters S.V. Cinema Patria.

Haalbaarheidsstudie pagine 18 Haalbaarheidsstudie pagina 19

3. 1928-1938 — Art Deco cinema

Op het einde van de jaren 1920 en in het begin van de jaren 1930 ontstond er een nieuwe generatie ‘filmzalen’. ... n.v. Ciné werd gesticht.

Zij moderniseerden de voormalige feestzaal in een artdeco-cinema naar ontwerp van Geo Henderick (1879-1957). Henderick zijn doorbraak en erkenning had hij verdiend door zijn creaties op de wereldtentoonstelling van 1913 te Gent. Na het succes van zaal Valentino en Ciné Palace zal hij Gent nog twee andere belangrijke filmzalen schenken: de Capitole (1932) en de Rex (1933).

FASE 1 - AANPASSING INKOM EN HERINRICHTING CAFÉ.

Het linkse pand werd helemaal gestript en getransformeerd tot traphal/circulatie van de nieuwe cinema. Er werd gekozen om de inkom van de voormalige feest- en filmzaal van de Jan Van Stopenberghestraat te verplaatsen naar een commercieel interessantere plaats aan de Sint-Michielshelling 3. Door de aankoop van het pand van Duyckers kon men een imposante inkom creëren en de circulatie van de site optimaliseren. De voormalige ingang naar de feestzaal vanuit Sint-Michielshelling 5 degradeerde tot nooduitgang.

Geïnspireerd op de art deco-vormgeving werd de inkompartij opgebouwd als een symmetrische vijfhoek en samengesteld uit contrasterende kleuren in kostbare materialen zoals hout, graniet, blauwe marmer en glas-in-loodramen. De centrale trap naar de zaal in het midden van de inkom werd geflankeerd door twee kassa’s, elk op een schuine hoek van de ruimte.

1928 Bouwaanvraag voor creatie inkomportaal, G. Henderick
1928 Bouwaanvraag voor creatie inkomportaal, G. Henderick

Foto uit het interbellum van de inkomhal
Foto uit het interbellum van de inkomhal

FASE 2 - INRICHTING FILMZAAL, BALKON EN SCENE.

In de tweede fase werd er aan de vernieuwing van de filmzaal zelf gewerkt. De originele ruimte bleef bouwfysisch bewaard en de meest ingrijpende veranderingen was de modernisering van de decoratieve elementen, de  inrichting van een projectiezaal voor geluidfilms, de inrichting van loges en de uitbreiding van het balkon. Net als voordien was het loopniveau in de zaal vlak gehouden.

1928: Uitgevoerde ontwerpen voor de renovatie van Ciné Palace door G. Henderick
1928: Uitgevoerde ontwerpen voor de renovatie van Ciné Palace door G. Henderick
1928: Uitgevoerde ontwerpen voor de renovatie van Ciné Palace door G. Henderick

FASE 3 - PLAATSEN VAN LUIFELS EN ZETELS

De halfronde luifel aan Sint-Michielshelling 3 komt er pas in 1934, bij de voltooiing van de gerenoveerde cinema. Zo werd ‘Cine Palace’ in de vorm van een eenvoudig neonlicht boven de luifel aangebracht en werd er de centrale ingang door melkglazen lichtbalken geflankeerd.

In 1934 waren er nog werken aan de ere-trap. De marmeren lambrisering langs de wanden van de ere-trap werd afgebroken, maar het granito werd wel hersteld.

In deze fase werden ook 175 nieuwe fauteuils en 36 nieuwe zetels voor de loge besteld.

FASE 4 - AANPASSING VERGADERZAAL

In de allerlaatste fase werd de vergaderzaal aan de Jan Van Stopenberghestraat gerenoveerd. Er werd aanpassingen uitgevoerd aan de inkomzaal, de grote zaal en het kleine podium dat ‘scène’ werd genoemd. Er werd langs de Jan Van Stopenberghestraat een nieuwe inkom gemaakt naast de reeds bestaande (originele) inkom.

Er werden natuurlijk ook aanpassingen gedaan aan de kelders en waarschijnlijk ook aan de ruimten boven de inkomhal en café aan de Sint-Michielshelling, maar hierover werd tijdens dit onderzoek geen informatie teruggevonden, zowel niet voor deze bouwfase als voor de vorige of latere bouwfasen.

4. 1955 — Plaza

In 1952 viel ook het doek voor ‘Ciné Palace’ en de uitbater n.v. Ciné. De bioscoop werd overgenomen door n.v. Cinex, die ook de voormalige ‘Century’ hadden overgenomen. Sindsdien zal ‘Ciné Palace’ ‘Ciné Plaza’ heten.

Aan de hand van enkele foto’s van de Sint-Michielshelling kan wel opgemaakt worden dat de luifel van de inkom vernieuwd werd. De luifel die over heel de breedte van de twee gevels hing, werd vervangen door één luifel met neonverlichting boven de inkompartij. De art deco-afwerking van de inkomhal en de loketten werden ook vernieuwd.

De eerder gesloten trap werd nu helemaal open gemaakt, minstens tot op het bordes. De eerder geconstrueerde tussenmuren van 1928 werden afgebroken. In de inkom zelf kwamen langs de linkerkant twee lokketten met daarboven plaats voor affiches. Mogelijk werd in deze periode het plafond van de inkom gedecoreerd met een houten rasterpatroon.

Haalbaarheidsstudie Renovatie Sphinx Gent pagina 22

5. 1975 — Calypso

Ca. 1975 werd de uitbating van de zaal overgenomen door de huurder en bouwheer n.v. Calypso Gent. Om de bioscoop voldoende rendabel te maken, achtten de nieuwe beheerders het noodzakelijk in het gebouw meerdere filmzalen onder te brengen.

Calypso 1975: doorsnede van het derde en finale ontwerp tot de verbouwing van drie filmzalenIn december 1975 werd er een eerste bouwaanvraag ingediend om vier filmzalen te creëren. Er waren er twee gepland op de begane grond, één in de oude filmzaal en één ter vervanging van het bestaande balkon. Op de begane grond ging het om zaal 3 en dan nog een kleine zaal op de plaats van de ere-trap. Het interieur van de panden aan de Sint-Michielshelling zouden ook een hele zware verbouwing ondergaan ter ondersteuning van de zalen. Hier werd zelfs een bijkomende bordestrap en lift gepland. De bouwaanvraag werd goedgekeurd, maar uiteindelijk toch niet uitgevoerd.

Op 10 februari 1976 werd er al een nieuwe bouwaanvraag ingediend voor de verbouwing van de bioscoopzaal Plaza, een drinkgelegenheid, vergaderzaal, verkoopsruimte en twee bioscoopzalen.

Op 22 december 1976 werden de definitieve plannen voorgesteld en goedgekeurd. Deze keer werd er geopperd voor de creatie van drie zalen.

De ingrijpende verbouwingen op de verdiepingen in het pand aan de Sint-Michielshelling 5 werden niet meer doorgevoerd. Op de eerste verdieping werden burelen voorzien en op de begane grond kwam er een bankfiliaal. Bij de implementatie van de bank werd er in de kelder ook een kluis gebouwd.

Voor de uitvoering van de werken aan de nieuwe filmzalen werd de achtergevel verbouwd en kreeg het haar huidig uitzicht. De twee laatste traveeën van de eerste bouwlaag bestonden nog uit een originele deur en een venster. Deze twee openingen worden gedicht en kregen een klein raam.

De voorgevel veranderde niet, maar kreeg wel een vernieuwde luifel waar de draaiende filmen in de drie zalen vermeld werd. Op deze manier werd aan het publiek duidelijk gemaakt dat ze telkens konden kiezen uit drie films.

6. 1986 — Sphinx

In oktober 1986 heropende de zaal onder de naam Sphinx in beheer van n.v. Miami, deze keer onder leiding van Urbain Bultinck. Alle zalen werden opgefrist en de bioscoop kreeg er een vierde zaal op de tweede verdieping bij. De architect was opnieuw Verelst uit Heverlee.

In 2001 werd er een vijfde zaal geconstrueerd onder de bestaande vierde zaal uit 1986, BHO p32.
In 2001 werd er een vijfde zaal geconstrueerd onder de bestaande vierde zaal uit 1986, BHO p32.

Zicht op de inkom ca. 1995, BHO p32.
Zicht op de inkom ca. 1995, BHO p32.

2022: Zicht op de huidig Café.
2022: Zicht op de huidig Café.

2022: Zicht op de huidige inkom, BHO p38.
2022: Zicht op de huidige inkom, BHO p38.

[Auteurs van de inhoud op deze pagina: MEET OYO in opdracht van Screensaver]

Lees verder.

Haalbaarheidsstudie

Links